Veteraan vertelt: Manuela Wibier

De vijftien jaren bij de Koninklijke Marine, als een van de weinige vrouwelijke officieren, hebben Manuela Wibier (59) gevormd: ze denkt en handelt heel snel en gaat altijd door. Ze probeert daar iets van mee te geven aan leerlingen in de gastlessen die ze verzorgt op scholen.

Manuela Wibier (59) was officier bij de Koninklijke Marine en is nu manager projectbeheersing/lead auditor bij Rijkswaterstaat. Missies: tweede Golfoorloog en UNMIH.

Ik wilde varen

Voor Manuela was bij de marine gaan een logische keuze. “Ik kom uit een familie die bij de politie, de landmacht en de marine werkten. Mijn vader was koopvaardij officier. Zodra het stormde kreeg hij de kriebels. Dan gingen we naar Scheveningen om naar de zee te kijken. Dat had ik ook. Ik wilde varen. Zo ben ik bij de marine terechtgekomen. Ik was de tweede lichting met vrouwen. Dat maakte het niet makkelijk. We waren met 112 man. Daarvan waren er zeven meiden. Ik ben de enige die officier is geworden.”

In 1990 werd ze uitgezonden naar de 2e Golfoorlog. Manuela: “Ik zat aan boord van een oorlogsschip, maar mocht als enige vrouwelijke officier niet naar de Golfoorlog. Ik ben toen geplaatst op een bevoorradingsschip. Die ging uiteindelijk ook naar de Golfoorlog. Een aantal jaren later ben ik naar een VN-missie in Haïti gegaan. Ik was geplaatst bij de Korps Mariniers als logistiek officier.”

Onder spanning

Waar Manuela tijdens de Golfoorlog vooral op haar schip zat, ging ze in Haïti het veld in. “Ik zat regelmatig waar de mariniers zaten. Al snel werd ik geconfronteerd met een onthoofd lichaam waarvan het hoofd op de romp lag met een briefje erbij van aanhangers van de verdreven dictator. Ook kwam ik in een situatie terecht waarbij de kogels van links naar rechts vlogen.”

Daarnaast werd er een keer iemand voor haar ogen gestenigd, vertelt ze. “We waren maar met z’n drieën en moesten die man weghalen met behulp van de Bangladeshi eenheid. Het is ons gelukt hem in het ziekenhuis af te leveren. De arts weigerde hem te helpen omdat hij aanhanger was van de dictator. Ik heb de arts letterlijk van zijn bureau meegesleurd naar de eerste hulp. Daar hebben ze hem behandeld.”

Gemeenschapsgevoel

Vooral het gemeenschapsgevoel heeft veel indruk op Manuela gemaakt. “Dat je met een gemeenschap van allerlei landen samen een hele hoop kan bereiken,” verduidelijkt ze. “Maar ook het eigen groepsgevoel. Die saamhorigheid mis ik het meeste. Soms kon je flink tegen elkaar uitvallen en ging je gewoon weer verder. In de burgermaatschappij kan dat niet.”

De burgermaatschappij in

Toch maakte ze de stap naar de burgermaatschappij. “Na de missies ben ik erg ziek geweest. Ik realiseerde me dat ik dat ik meer in mijn privéleven wilde doen. Na 15 jaar wilde ik ook wel eens wat anders. Ik ben toen bij Rijkswaterstaat terechtgekomen,” vertelt Manuela. Daar heeft ze verschillende functies gehad. “Ik ben begonnen als afdelingshoofd van het bedrijfsbureau. Daarna ben ik interne controle gaan doen. Uiteindelijk ben ik extern gaan auditen. Daar heb ik helemaal mijn draai in gevonden.”

Eerlijkheid is het belangrijkste

De jaren bij de marine hebben haar gevormd. Dat komt Manuela meestal goed van pas. “Ik ken mezelf heel goed. Ik maak me niet al te druk over zaken. Ik weet dat ik door moet gaan en ook door kán gaan. Ik ben heel direct met wat ik zeg. Eerlijkheid is het belangrijkste. Ook denk ik snel. Soms te snel. Dan vergeet ik mensen mee te nemen. Zeker toen ik nog leidinggevende was, was dat niet altijd handig.”

Naast haar werk, geeft Manuela regelmatig gastlessen op scholen en in het Nationaal Militair Museum. “Daarnaast vertel ik mijn ervaringen bij ‘De veteraan vertelt’. Ik ben wie ik ben onder andere door de jaren bij de marine. Ik heb er veel van meegenomen. Dus wil ik iets terugdoen voor de maatschappij. Dat hebben meerdere ex-collega’s. Als me gevraagd zou worden om nog een keer op uitzending mee te gaan, zou ik zo gaan.”

Veel waardering

Ze is erg enthousiast over de gastlessen die ze verzorgt. “Ik probeer de leerlingen wat mee te geven. Ik doe bijvoorbeeld een dilemma training. Dan moeten ze kiezen tussen twee mogelijkheden. Ik maak de tijd dat ze daarover kunnen discussiëren steeds korter, om ze te laten begrijpen dat wij dat in een split second moeten doen en de consequenties daarvan moeten ervaren. Daar hebben ze wat aan later in hun leven.”

Het veteraan-zijn speelt nu pas, vele jaren na haar ervaring bij de marine, een rol in haar leven, vertelt Manuela. Dat komt mede omdat ze vrijwilliger is. “Ik loop elk jaar mee op Veteranendag. Dat zou iedere veteraan een keer moeten doen. Je krijgt veel waardering. Niet alleen van het publiek, maar ook van de landmacht en luchtmacht. Ik verheug me er nu al op om dit jaar mee te lopen!”

Ieder jaar eren we op Veteranendag alle militairen die waar ook ter wereld strijden voor onze vrede en veiligheid. Zoals Kirsten Kort.

Ontdek ook haar verhaal