Michiel A. de Ruyter
Michiel de Ruyter is één van de bekendste figuren uit de geschiedenis van de Nederlandse marine. Lees hier meer over zijn leven.
Start van zijn carrière
Zijn loopbaan begint al in 1618 op elfjarige leeftijd als eenvoudige bootsmansjongen. De Ruyter groeit op als koopvaarder, walvisvaarder en kaper, waarna hij eerst opklimt naar de positie van onderofficier bij de Zeeuwse admiraliteit, en daarna tot schout-bij-nacht. Hij maakt zijn fortuin met expedities naar de Middellandse Zee en West-Indië en besluit dan te gaan rentenieren. Deze periode is niet voor lang.
In 1652 breekt de 1e Engelse Oorlog uit en Michiel de Ruyter wordt gevraagd weer in vaste dienst te treden, nu als Vice-Commandeur. Zijn verhaal als zeeheld wordt geboren. De Ruyter speelt een grote rol in alle belangrijke zeeslagen tegen de Engelsen. In 1653 wordt De Ruyter door raadspensionaris Johan de Witt overgehaald over te stappen naar de machtige admiraliteit van Amsterdam. Hier werkt hij na de 1e Engelse oorlog met De Witt samen aan de hervorming en modernisering van de Nederlandse oorlogsvloot. Vanaf nu worden er speciale oorlogsschepen gebouwd en worden de zeelui intensief getraind voor oorlogsvoering op zee. Tijdens de 2e en 3e Engelse Oorlog is Michiel de Ruyter opperbevelhebber de vloot en voert het commando vanaf het vlaggenschip De Zeven Provinciën.
Tocht naar Chatham
Hij staat bekend als een rechtvaardige kapitein van nederige komaf en is geliefd bij zijn bemanningen die hem uit respect ‘Bestevaer’ noemen. Als sterke strateeg behaalt hij belangrijke overwinningen zoals in 1667 de Slag bij de Medway, ook bekend als de Tocht naar Chatham of ‘the Dutch Raid’. Hij is ook één van de oprichters van het Korps Mariniers. Natuurlijk is er ook de beroemde Slag bij Kijkduin te Den Helder op 21 augustus 1673. Hiermee redde hij zijn gehavende vaderland van de ondergang. Dit zeegevecht wordt vanaf een hoge duin door honderden nieuwsgierige burgers nauwlettend gevolgd. De Ruyter sterft op 29 april 1676 tijdens de ‘Hollandse Oorlog’ tegen de Fransen aan verwondingen die hij iets daarvoor oploopt bij de Slag bij Agosta.
De Ruyter werd na zijn overlijden gebalsemd en in een loden kist in zijn kajuit geplaatst aan boord van de Eendracht. Na een lange en moeilijke tocht, door vorst en Franse vijandelijkheden, kwam zijn lichaam pas in februari 1677 aan in Amsterdam. In overleg met zijn familie bepaalden afgevaardigden van de Staten-Generaal dat hij op 18 maart 1677 in Amsterdam begraven zou worden. Een imposante en ongekend lange begrafenisstoet ging aan de plechtigheid vooraf. De Ruyter heeft zijn laatste rustplaats gekregen in de Nieuwe Kerk in Amsterdam.
Lees meer