Marine inzet
In de nacht van 5 op 6 juni 1944 stak een vloot van meer dan 600 geallieerde schepen het Engelse Kanaal over. Het doel was om honderdduizenden Britse, Amerikaanse en Canadese soldaten in Normandië aan land te zetten. De Duitsers boden felle tegenstand, maar uiteindelijk werden hun linies doorbroken. Dit was de aanzet voor de bevrijding van Frankrijk, België en Nederland.
The Terrible Twins
In deze enorme scheepsmacht bevonden zich twee Nederlandse kanonneerboten: Hr.Ms. Flores en Soemba. Met hun 75 meter en een waterverplaatsing van bijna 1500 ton vielen de scheepjes in het niet bij de slagschepen, zware kruisers en troepentransportschepen. Maar het tweetal had zichzelf al in de strijd bewezen. Vanwege hun geringe diepgang en hun relatief zware geschut waren ze eerder met succes ingezet bij landingen op Sicilië en bij het Italiaanse Anzio. Ze wisten dichtbij de kustlijnen te komen en beschoten samen onvermoeibaar en agressief om de vijand zoveel mogelijk schade toe te dienen. De geallieerden waren dermate onder de indruk van de prestaties van de beide kanonneerboten, dat ze de bijnaam ‘The Terrible Twins’ kregen. Na een reparatie en rustperiode in het voorjaar van 1944 werden de schepen ingedeeld bij Operatie Neptune: de geallieerde invasie in Normandië.
D-day
Op 6 juni 1944, D-day, even na 02:00 uur, komt de scheepsmacht aan voor de Normandische kust. De donkere horizon licht op als gevolg van een hevig luchtbombardement en het afweervuur. Mijnenvegers hebben ‘kanalen’ geveegd waardoor de bombardeerschepen hun posities kunnen bereiken. De Flores heeft de kustbatterij Arromanches III als doel opgekregen, die gelegen is in de landingssector GOLD en bewapend met drie 7,5cm kanonnen. Het is mistig en de verbinding met de spotter in het vliegtuig komt niet tot stand. Daarop koerst de Flores rond 06:15 uur achter een aantal torpedobootjagers aan richting de wal. Een kwartier later begint de kanonneerboot te vuren. Het doel ligt op 11.400 meter afstand. Er worden 25 salvo’s afgevuurd, maar de uitwerking ervan is onduidelijk vanwege het heiige weer. Rond 07:45 uur klaart het op, maar dat betekent dat ook de kustbatterijen zicht krijgen op de invasievloot. Terwijl de Flores nog dichter richting de kust is gevaren, komt ze om 08:10 uur onder vuur te liggen van de Arromanches III batterij. Op 8600 meter afstand vuurt de Flores 55 granaten af die goed op het doel vallen. Om 08:24 uur wordt het vuren gestaakt: de kustbatterij is uitgeschakeld.
Een taaie tegenstander
Korte tijd later ziet men aan boord van de Flores een eenzaam stuk geschut even ten zuiden van Arromanches III vuren op de landingszone. Vanaf relatief korte afstand (tussen de 7400 en 8000 meter) opent de Flores het vuur op de vijandelijke geschutstelling, maar het blijkt een taaie tegenstander. Tot drie keer toe wordt dit doelwit beschoten, tot aan het begin van de middag het bevel komt het vuren te staken. Blijkbaar rukken de geallieerde troepen op in de richting van de vijandelijke stelling. Om 15:01 uur wordt bericht ontvangen dat Arromanches III en de directe omgeving is veroverd. Om 17:40 uur krijgt de Flores opdracht om in Portsmouth munitie te laden.
Blind vuur
In de vroege ochtend van 8 juni meldt de Flores zich weer bij het 10e kruiser eskader. In de avond wordt ‘blind vuur’ (zonder aanslagwaarneming) afgegeven op een doel ver landinwaarts, maar in het centrum van de landingszones is vanaf dat moment geen vraag naar vuursteun. Op 12 juni wordt de Flores naar operatiegebied SWORD gedirigeerd, op de linkerflank van de landingen. Het front heeft zich inmiddels verplaatst naar de monding van de rivier de Orne. Op deze locatie zal de Flores tot en met 30 juni verblijven, met name omdat de Britse opmars bij Caen is vastgelopen. Herhaaldelijk volgen vuursteunaanvragen, onder andere op mortierstellingen, tankcolonnes en geschutbatterijen. Regelmatig krijgt de Flores gezelschap van zware jongens als de slagschepen HMS Nelson en Ramillies.
De uitvoerige beschietingen eisen ook nu hun tol van de vuurmonden. Tussen 6 en 29 juni vuurt de Flores ruim 1100 granaten af, een overschrijding van de toegestane hoeveelheid van ruim 80% per loop. Op 29 juni worden de kanons afgekeurd en de dag erop vertrekt de Flores naar Portsmouth, waar nog vier van de tien kanonslopen van de oude Sumatra in opslag liggen. De Soemba, die tot dan toe weinig te doen had in de Amerikaanse sectoren, neemt de taak van haar zuster over.
Bang-dzieng
Dat de Flores ondanks de succesvolle inzet aan constant gevaar is blootgesteld, wordt beeldend verwoord door Van der Kaaij. Verschillende schepen worden getroffen door granaten, mijnen, bommen en torpedo’s. Maar de Flores is het engeltje op de stuurboordbrugvleugel nog niet kwijt. Zo beschrijft Van der Kaaij op 26 juli een uur en een kwartier durend gevecht met een batterij 15cm geschut: ‘Bang-dzieng klinkt het, deze was 6 a 7m aan stuurboord. Een matroos op het voorschip begint te gillen dat hij gewond is, maar het is meer de schrik alhoewel hij twee hele kleine splintertjes in zijn arm heeft. De schipper bij het anker die gehurkt stond kreeg een scherf door zijn kraag en mankeerde niets. Ook de granaataanzetman [bij kanon 1] slofte op wonderbaarlijke wijze want zijn dikke aanzetstok, waarmee hij juist de granaat de kamer in duwde, was vlak voor zijn hand door een groote scherf doormidden geslagen.’ Ondanks de benauwde momenten gaf de Flores accuraat vuur af, getuige het bericht van een vliegtuigwaarnemer na afloop: ‘AIR O.P. reports this was the best combined army-navy shoot he has seen. 4 direct hits on actual gun’.
Koninklijke Vermelding bij dagorder
De actie op 26 juli is de laatste succesvolle gevechtsactie van de oude kanonneerboot. Op 3 augustus komt ze nog in actie tegen mortierstellingen bij Franceville Plage, maar tijdens deze actie worden opnieuw problemen met de eigen vuurmonden geconstateerd. Aangezien de Flores van origine met Duits geschut was uitgerust gaat een delegatie aan land om te zien of er in veroverde stellingen misschien bruikbare 15cm lopen liggen. Helaas blijkt dat niet het geval. Van der Kaaij brengt ook een bezoek aan de wal en is onder de indruk van wat hij aantreft bij de bunkers van Arromanches III. ‘De gaten onzer granaten liggen overal rondom, en één heeft zelfs een stuk precies aan de bovenkant van het plafond weggeschoten. De ijzeren spijlen van het gewapend beton steken eruit; hier zal wel geen mof het overleefd hebben. Een eindje verderop liggen de graven, hier ligt een Oberleutnant met een klinkende Hollandse naam. Hij heeft misschien door ons zijn gerechten straf ondergaan.’ Het vraagstuk van de kort vallende granaten zal niet worden opgelost, aangezien de Flores op 7 augustus naar Portsmouth terugkeert.
Voor hun successen in de Tweede Wereldoorlog ontvingen de Soemba en Flores in 1950 de Koninklijke Vermelding bij dagorder.